Zat u dit weekend ook voor de tv om het schaatsen te volgen in het vernieuwde Thialf? Het viel me op dat er dit weekend nog niet zo veel publiek naar Heerenveen was gekomen. Dat was vroeger wel anders. Ik weet nog dat ik als meisje van een jaar of tien naar Thialf mocht. Het zal de winter van 1997 zijn geweest, want Bart Veldkamp reed net voor België.
Bart reed in een prachtig wit pak met groene klavertjes vier. Iedere keer wanneer hij langs ons supportersvak reed, zongen de fanatieke schaatsfans achter ons: ‘Weet je wat ik wel zou willen zijn? Een bloemetjesgordijn’. De muzikanten van de Blauhúster Dakkapel namen het deuntje over en zo zong het hele ijsstadion voor Bart. Maar zingen hoor ik de fans nu bijna niet meer. En ook de Blauhúster Dakkapel moet zich aan strenge regels houden. En dat is volgens mij precies het probleem. Al die strenge regeltjes.
Een paar jaar geleden gingen we met vrienden naar Thialf. Thuis hadden we twee grote spandoeken gemaakt. Nog voordat we ook maar een stap op het terrein van Frieslands schaatsmekka hadden gezet, werden we gefouilleerd door een strenge meneer in het zwart. Allereerst moesten we de stokken van onze spandoeken trekken. Die zouden we namelijk als wapens kunnen gebruiken. Ook onze luchthoorns kwamen niet door de Thialf-douane. En tot slot werden de blikjes bier en cola-berenburg zonder pardon in de vuilnisbak gekieperd.
Met onze gerafelde witte lakens en alleen nog pakjes Appelsientje in de tas, mochten we naar binnen. Eerst maar een plek zoeken waar we de wedstrijd goed konden volgen. Ik had welgeteld vier keer op de grote trom geslagen toen de meneer in het zwart al weer naast me stond. Hij was bij de douane vergeten om ook de trommel in beslag te nemen, meldde hij ijskoud. “Dat meen je niet”, riep ik uit. Maar hij meende het wel.
Reden voor inname van de trommel was dat ik mogelijk door de muziek van de Blauhúster Dakkapel zou kunnen trommelen. Ik beloofde de man dat absoluut niet te doen, maar hij keek me aan alsof ‘ie me nog niet eens een triangel zou toevertrouwen in de Josti Band. En zo stonden we ontmanteld op de tribune. Geen spandoeken, luchthoorns, trommel of drankjes.
We hebben er nog een mooie middag van weten te maken, maar na afloop was ik zeer teleurgesteld in hoe ze daar in Heerenveen omgaan met hun gasten. Alsof we allemaal potentiële Thialf terroristen waren. Dus hoog tijd om daar eens flink de noodklok te luiden. Maaaar… niet te hard en zeker niet bij de start of wanneer de Blauhúster Dakkapel speelt. Want dan wordt u er onverbiddelijk uitgegooid.