Al jaren hebben we hier in Friesland een traditie: kievitseieren zoeken. Of ljipaai sykje, zoals wij dat noemen. Nu het echter slecht gaat met de kieviten is het rapen van eieren verboden. Maar volgens de Faunabescherming zijn er nog altijd Friezen die stiekem eieren rapen. En dus riep voorzitter Harm Niesen ons op om foto’s te maken van deze ‘aaisikers’. En zo ontstaat er een geheel nieuwe traditie: het ‘aaisiker sykjen’.
Op de website van de Faunabescherming staat het volgende te lezen: “Wij roepen iedereen in Friesland op, om zoekende mensen in het veld op de foto te zetten. En die foto, met tijd en plaats, naar ons toe te sturen. Liefst vanuit een auto met minimaal twee inzittenden. Het lijkt niet raadzaam om lang op één plaats te blijven. Confrontaties moeten te allen tijde voorkomen worden."
Daaruit constateer ik dat er aan ‘aaisiker sykjen’ strenge regels zijn verbonden. Allereerst is deze nieuwe traditie enkel toegestaan binnen de Friese provinciegrenzen. Ten tweede mag er alleen gefotografeerd worden vanuit een auto, met daarin twee - let wel: twéé - inzittenden. En tot slot moeten confrontaties absoluut voorkomen worden.
Wie wel eens in het Kruger Nationaal Park is aangevallen door een wilde neushoorn, weet nog niet half wat hem te wachten staat wanneer een wilde aaisiker hem in het vizier krijgt. Wilde aaisikers behoren namelijk tot de meest gevaarlijke diersoort op aarde. Niet voor niets dat Freek Vonk nog nooit een wild exemplaar heeft meegenomen naar de studio van DWDD.
Het gevaarlijke aan wilde aaisikers is namelijk hun onvoorspelbaarheid. Het lijken heel gewone mensen, die ’s ochtends rustig een krantje lezen en koekjes in hun thee soppen. Maar vergis u niet. Wanneer ze zich in hun natuurlijke leefomgeving bedreigd voelen, worden ze levensgevaarlijk. Extreme alertheid is derhalve sterk aan te raden.
Maar nu komt het belangrijkste. Stél, ik ontdek zo’n wilde aaisiker en slaag erin hem op de foto te zetten zonder aangevallen of vermorzeld te worden. Dan ben ik er nog niet. Dan moet namelijk nog getest worden of het wel om een vers exemplaar gaat. Voor het zelfde geld is het een aaisiker van vorig jaar. En dat telt uiteraard niet.
Dus om er zeker van te zijn dat het om een échte wilde aaisiker gaat, moet zo’n man of vrouw “gelotterd” worden. Dat kan gewoon in het weiland, in kniehoog water. Zinkt ‘ie, dan is het een vers exemplaar. Blijft ‘ie drijven, dan is 'ie van vorig seizoen.
Mijn advies: doe dat “lotteren” nooit alleen. Er schijnen al meerdere zwaargewonden gevallen te zijn, omdat aaisikers een bloedhekel aan water blijken te hebben. ‘Ach’, zo concludeerde Harm Niesen nuchter op deze verontrustende berichtgeving, ‘gelukkig hebben we de foto’s nog.’