Iedere ochtend wandel ik een rondje met onze hond Joep. Met de betoverende zonsopgang en de stilte in de vroege morgen is zo’n wandeling een heus zen-moment. Joep daarentegen heeft het retedruk. Elke struik en iedere boom ontvangt namelijk een ochtendgroet in de vorm van een uitgebreide besnuffeling en een paar spetters Joeppis. Van een uit de kluiten gewassen vlinderstruik tot een ieniemienie graspolletje: geen plantje dat hij overslaat.
Van onze hondengedragcoach leerde ik dat de berm de plek is voor honden om niet alleen hun eigen boodschap te doen, maar ook boodschappen van anderen te lezen. Ieder plasje heeft een dieperliggende kern, zo ontdekte ik. Het ene plasje vertelt dat er die ochtend een wulps Ceeshondje is langs gekomen. Het andere plasje meldt dat de hitsige Bouvier van de buren wel zin heeft in dit Ceeshondje. Met andere woorden: al die ondergepiste plantjes vormen tezamen de Berm Courant, die dagelijks vol staat met nieuws.
En onze Joepie moet dit dus ’s ochtends vroeg allemaal tot zich nemen. Een flinke kluif. Soms staan we minutenlang naast een ondergesproeide brandnetel. Joep snuffelt, proest en pruttelt. Minutieus wordt de boodschap ontcijferd, alsof het de opiniestukken in de Volkskrant betreft. En dan komt het: ook Joep stuurt een ingezonden stuk naar de Berm Courant. Soms een korte reactie van een paar druppels, maar af en toe dicteert hij een heel epistel in gele spetters.
Tot zover alles prima, zou je zeggen. Het probleem is dat Joep een próefabonnement op de Berm Courant heeft. Hij neemt de term leesvoer iets te letterlijk. Grote boodschappen van viervoeters die ons die ochtend op het zandpad voorgingen, vormen de ingrediënten voor zijn droomontbijt. Kleine pasgepoepte drolletjes zijn het meest in trek. Voor ik aan de riem kan trekken, schrokt hij ze naar binnen. Weg zen-meditatie.
Absolute hoogtepunten in de Berm Courant zijn de ingezonden stukken van menselijke tweevoeters met hoge nood. Vorig jaar ontdekten we meerdere keren in de vroege ochtend een menselijke drol langs het zandpad. Of drol; meer een vlaai. Een mensenvlaai. Met daar bovenop als topping een inlegkruisje. Joep was door het dolle heen met de komst van deze nieuwe auteurs. Voordat ik het goed en wel doorhad, slobberde hij gulzig van de vlaai. Ook goedemorgen.
Ik geef toe dat Joep uitlaten geen smakelijke bezigheid is. Maar het voordeel is dat we in onze eigen achtertuin geen grote en kleine boodschappen vinden. Althans, dat dacht ik. Afgelopen weekend zag ik Joep ineens doodleuk tegen ons kippenhok pissen. Rare plek voor een boodschap, dacht ik nog. Immers: hier komt niemand behalve de kippen. “Gek”, merkte ook één van de kids op, “meestal plast ‘ie daarnaast tegen de bramenstruiken.”
Er liep een koude rilling over mijn rug. Die struiken zijn namelijk al een tijdje mijn vaste stekkie voor het plukken van verse bramen voor in mijn ontbijtkommetje met Griekse Yoghurt. Getver. Blijk ik zelf de vruchten te plukken van de Berm Courant.