De beste versie van jezelf. Ik kom het steeds vaker tegen. Eerst op een poster, later in een tijdschrift en onlangs hoorde ik het ook al op het werk. Het is het nieuwe boek van Margriet Sitskoorn, hoogleraar klinische neuropsychologie aan de Universiteit van Tilburg. In het boek vertelt ze hoe je 'het volledige potentieel' uit jezelf kunt halen. Met andere woorden: hoe word je de beste versie van jezelf?
Gekke vraag, als je mij vraagt. Want heel eerlijk: er is geen beste versie van jezelf. Er zijn tig versies van jezelf en allemaal zijn ze op dat moment het beste. Ik kan met gemak tien versies van mezelf opnoemen. Ik ben thuis bijvoorbeeld heel anders dan op mijn werk. En dan heb ik tegenwoordig ook nog drie versies van thuis.
Allereerst is er thuis-thuis bij m'n ouders. Thuis bij mezelf. En tegenwoordig thuis in Drachten. En overal ben ik iemand anders. Natuurlijk, er is geen dag en nacht verschil, maar ik ben bij m'n ouders anders dan thuis in Drachten.
Ben ik alleen dan kan ik doen en laten wat ik wil. Ik laat ze vliegen als het me uitkomt, pulk in m'n neus, loop de hele dag in pyjama, drink sinas uit de fles, eet chips als lunch en verstop me als er aangebeld wordt. Dat durf ik in al die andere thuissituaties niet.
Kom je me op m'n werk tegen dan krijg je weer een heel andere versie van mezelf. Daar probeer ik enige professionaliteit uit te stralen, met een keurig bloesje en m'n haar in de kuif. En al ben ik die ochtend nog zo retechagrijnig uit bed gestapt, op m'n werk heb ik altijd een uitstekend humeur. Die pissige versie van mezelf laat ik lekker thuis.
En tref je me 's avonds in de kroeg, dan ben ik wéér een heel andere versie van mezelf. Het hangt er een beetje vanaf hoe laat je me tegen het lijf loopt en hoeveel biertjes ik op heb. Maar ik ben zeker niet de persoon die je 's middags nog op het werk trof. Gelukkig heb ik een gezellige dronk, al zeg ik het zelf. Hoe meer bier, hoe meer plezier.
Wat ik dan helaas wel heb, is een kwade slaap. Wanneer ik midden in de nacht wakker word gemaakt, schijn ik nogal een kreng te zijn. Toen me laatst om half twee 's nachts heel lief werd gevraagd of ik alsjeblieft twee aspirientjes wilde halen beneden uit de keuken, heb ik volgens oorgetuigen als een viswijf lopen schreeuwen: Jaaaahaaa! De volgende dag was ik me van geen kwaad bewust, maar toen me dit werd verteld, schrok ik wel een beetje van die versie van mezelf.
Over beschamende versies gesproken: ik hoef mezelf ook niet terug te zien wanneer ik aan de zijkant van het sportveld sta. Daar ontdek je weer een heel andere versie van mij. Een fanatieke supporter, die maar slecht tegen haar verlies kan. Terwijl ik mezelf nog diezelfde avond met liefde laat verslaan door twee pre-pubers met rummikub. Zo'n softe versie ben ik dan ook wel weer.
Met andere woorden: wat is van al deze versies dan de béste versie van mezelf? Volgens mij is die er niet. Welke versie ik ook ben, hij past bij de situatie. Ik houd me in waar nodig en laat me gaan waar mogelijk. Geen zweverig gedoe over het inzetten van mijn 'volledige potentieel'. Doe maar gewoon gewoon, zoals we hier in Friesland zeggen. Misschien ook een aanrader voor alle anderen: word gewoon de meest Friese versie van jezelf. Dat is bêst genôch.