Beste gymleraar,
Sinds augustus gaat onze kersverse brugpieper naar de middelbare school. Wat had ze er zin in, die eerste dag. Trots kwam ze thuis met haar lesrooster, waarop de uurtjes gym haar absolute favoriet waren. Ze kon niet wachten om haar kloffie te verruilen voor haar gymkleren. Hoe anders is dat nu. De gymkleren liggen nog in het kluisje en haar enthousiasme is ver te zoeken. Hoe dat komt? Nou, eigenlijk door u.
Skeeleren, schaatsen, turnen, voetballen, survival, judo, hardlopen. Noem een sport en onze brugpieper heeft er lol in. Ze is geen megatalent als Lieke Martens, Daphne Schippers of Ireen Wüst, maar ze blijkt een fanatieke alleskunner. Geen absolute uitblinker, maar een geboren allrounder. Haar doel om op gym een 9,5 te halen dit jaar, was voor ons dan ook geen verrassing. Een missie die met haar fanatisme zeker haalbaar zou moeten zijn. Althans, dat dachten we.
Het schooljaar was nog maar amper gestart of de eerste gymtoets stond in het lesrooster: ‘passen’ met voetbal. Verbaasd keken we naar haar agenda. Een toets bij gym? Zelf kregen we twintig jaar geleden ieder kwartaal een gemiddeld cijfer over alle onderdelen. Maar tijden veranderen en kennelijk het vak gym ook. Naast ‘passen’ stonden ook de toetsen ‘dribbelen’ en ‘werpen’ al in haar rooster vermeld. Ze kon bijna niet wachten.
Enthousiast vertelde ze na de eerste toets thuis over haar prestaties. Het was nog best lastig geweest, maar ze had haar uiterste best gedaan. Haar kennende zal ze met een rood bezweet hoofd iedere oefening tot in de puntjes hebben uitgevoerd. Een paar weken later had ze op de toets werpen wel dertig meter gegooid, beweerde ze. Dat leek ons een Olympische prestatie, maar ze was ervan overtuigd dat ze héél ver had gegooid.
Al dat enthousiasme verdween als sneeuw voor de zon toen ze online haar cijfers voor gym kon inzien. Vol verwachting openden we haar digitale cijferlijst. Achter de toets ‘passen’ stond een 7. Voor dribbelen bleek haar prestatie niet meer waard dan een 6. Ze kneep haar ogen samen. Een zes? "Dan deed ik het kennelijk niet zo goed", concludeerde ze teleurgesteld. En ook de dertig meter worp was niet meer dan een 6 waard.
Twee zessen en een zeven. Het enthousiasme voor gym is inmiddels flink gezonken. De doelstelling om aan het einde van het jaar een 9,5 te behalen heeft ze laten varen. Dat haalt ze naar eigen zeggen toch nooit meer. "Ik heb niet zo’n zin in gym", gaf ze laatst schoorvoetend toe. Deze uitspraak raakte me. Onze doorzetter, ons strebertje, ons fanatieke sportmens is afgehaakt. Geknakt.
Beste gymleraar, wat is volgens u het doel van een gymles? Dat een leerling als Christiano Ronaldo exact een pass op maat aflevert? Dribbelt als Lionel Messi? En inderdaad met twee vingers in de neus dertig meter kan werpen? Of is het doel om kinderen het plezier voor sport bij te brengen, door ze kennis te laten maken met diverse disciplines? En kijkt u daarbij naar het enthousiasme, doorzettingsvermogen en fanatisme of vinkt u puur de hokjes aan?
Denkt u dat een kind met een zes enthousiast naar de gymlessen gaat? Is een zes een terecht cijfer voor iemands fanatieke inzet? Of is het eigenlijk een zeer magere voldoende, die maar net boven een onvoldoende uitsteekt? Wat ik bedoel te zeggen is: wat is het doel van deze manier van toetsen en beoordelen? Want ik weet wel wat het resultaat is: een meisje dat tegenwoordig met tegenzin naar gym gaat.
In mijn beleving moet gym het gaafste vak van de week zijn. Een vak waarin je eindelijk eens niet wordt beloond voor je kennis, maar voor je inzet en passie. En ook al is je dribbel niet Ajax-waardig, je inzet is dat zeker wel. Beste gymleraar, ik ben hier niet om u persoonlijk aan te vallen. Ik zou alleen graag willen dat u voortaan met een andere bril naar uw manier van beoordelen kijkt. Al is het maar om onze brugklasser het plezier in haar lievelingsvak terug te geven.