Wie mij al eens voor de computer heeft zien zitten, hoeft geen opticien te zijn om te concluderen dat ik een bril nodig heb. Ik heb 't zelf ook al een tijdje door. Ik zie in de auto pas heel laat wat er op de borden staat. En nummerborden kan ik al helemaal niet meer lezen. Wanneer een collega me iets grappigs op de telefoon laat zien, lach ik schaapachtig mee. Heel eerlijk: ik heb de helft van de tijd geen idee waar ik naar kijk. Met andere woorden: het wordt hoog tijd voor actie.
Maar om die stap te zetten om mijn ogen op te laten meten; dat heeft nogal wat voeten in aarde gehad. Vrijdag was het dan eindelijk zo ver. Ik ben bij Hans geweest. Misschien naïef, maar ik had verwacht dat zo'n oogmeting zomaar klaar zou zijn. Het bleek echter een hele operatie.
Allereerst moest ik met m'n kin op een steuntje gaan zitten voor een ingewikkeld apparaat met allerlei glaasjes. Hans schoof het ene na het andere glaasje voor m'n neus, waarna ik moest aangeven of het beeld scherper of minder scherp werd. Terwijl 'ie bezig was, hoorde ik Hans af en toe verontrustend 'hmmm' en 'okeuh..' mompelen. Dat beloofde niet veel goeds.
Nadat 'ie ook nog eens met een lampje in mijn ogen had geschenen, kon Hans zijn laatste berekening maken. De conclusie was glashelder. Mijn beide ogen scoren een -2. Er moet dus een bril komen. “Gelukkig hebben we een winkel vol kekke montuurtjes”, stelde Hans me gerust. Maar dat is nou precies het probleem. Volgens mij heb ik geen hoofd voor een bril.
Onlangs, toen het nog iets kouder was, haalde ik m'n muts van zolder. Ik zette het ding op toen we een blok gingen wandelen. "Wat heb jij nou op je kop", was de eerste vraag toen ik de keuken binnenstapte. "M'n muts", zei ik. "Staat voor geen meter", was de conclusie. "Je hebt namelijk geen mutsenhoofd. Je moet zo'n haarband kopen ofzo, want dit kan echt niet."
Blijkt dus dat ik geen mutsenhoofd heb. Datzelfde geldt voor een pet. Je hebt mensen die geboren zijn voor een pet. Bij mij staat het raar. Dat zie ik zelf ook wel. Mijn hoofd met pet transformeert in een ei, waar bovenop nog het dopje zit. Dus geen pet voor mij.
En daar begint mijn twijfel. Als ik geen petten- en ook geen mutsenhoofd heb, hoe moet dat dan straks met een bril? Ik zie mezelf ook nog niet echt met een bril op m'n neus. Ik vind 't al lastig genoeg om een zonnebril te vinden, laat staan een bril voor altijd.
Stiekem heb ik bij de HEMA al even geoefend. En dat stelde me nou niet bepaald gerust. Ik heb vijf brillen geprobeerd en allemaal had 't geen porem. Ik mag dan twee -2 ogen hebben, dat zag ik dan wel. Mijn hoofd is niet gemaakt voor een bril.
Dus dat heb ik eerlijk tegen Hans gezegd. "Geen probleem", riep 'ie. "Dan worden het lenzen. Dat kan net zo goed." Hij heeft ze meteen besteld. Dus deze week mag ik ze passen. Fingers crossed dat ik wel een lenzenhoofd hebt. Anders zit er niets anders op. Dan moet er een nieuwe kop komen.