Jaloers kijk ik iedere dag naar onze hond Joep. Languit ligt ‘ie voor de houtkachel te maffen terwijl mijn vingers over het toetsenbord ratelen. Ongegeneerd rekt ‘ie zich uit wanneer ik koffie haal en snurkt vervolgens rustig verder. Ik neem me dan ook heilig voor om - mocht ik ooit de keuze krijgen - te reïncarneren als hond. Maar er ligt een toekomst als een andere diersoort op me te wachten, ontdekte ik onlangs. Die van brulaap.
Ik ben nogal luidruchtig. Ik houd van een grapje en deel m’n lollige vondsten graag vol enthousiasme met anderen. Zoals een collega bij NHL Stenden Hogeschool al eens kenmerkend schetste: “Jij schreeuwt harder dan het luchtalarm op de eerste maandag van de maand”. Ik zal het niet ontkennen. Met als grote verschil dat het luchtalarm na een minuutje loeien weer een maand lang stil is.
Toch zou ik mezelf niet snel typeren als brulaap. Het was dan ook het thuisfront dat me hier subtiel op attendeerde. Tijdens een leiderschapstraining mocht Marjan zich verdiepen in gedrag en nog specifieker: in menselijke weerstandsstijlen. Om dit inzichtelijk te maken, koos de cursusleider voor de theorie waarbij menselijk gedrag wordt getypeerd aan de hand van een bepaalde diersoort.
Ieder mens heeft z’n eigen manier om grenzen aan te geven. Waar de ene in z’n schulp kruipt (de oester) steekt een andere simpelweg z’n kop in het zand (de struisvogel). En waar de ene gelijk boos wordt (het stekelvarken) kleurt de andere moeiteloos mee met ieders mening (de kameleon). De reactie van de brulaap laat zich raden.
De brulaap maakt veel lawaai, heeft grote verhalen, lacht veel en hard en houdt met stoer praat de nabijheid van anderen af. "Ik wist meteen: dat ben jij", vertelde Marjan me ’s avonds triomfantelijk aan de keukentafel. Ik liet van schrik mijn vork vallen. Tuurlijk herkende ik mezelf wel in de omschrijving, maar ik vond de term brulaap wel heel confronterend. Weinig vleiend bovendien.
Ik zocht de volgende dag een plaatje van de brulaap op. En ik kan niet ontkennen dat de aap met de kenmerkende open mond me wel erg herkenbaar voorkwam. Op mijn telefoon heb ik talloze selfies staan, waarop mijn mond een zelfde grote ronde O vormt. Foto’s zonder geluid uiteraard, maar ik kon me moeiteloos indenken hoe ik heb gebruld op dat moment.
Eén geruststelling. Op Wikipedia vond ik de volgende omschrijving: 'Brulapen danken hun naam aan de brulkoren die ze bij zonsopgang laten horen. Deze brullen dienen voornamelijk om hun locatie bekend te maken. Zo kunnen groepen brulapen elkaar mijden, waardoor territoriale gevechten worden voorkomen.'
Ik ben dan weliswaar een brulaap maar met mij krijg je het niet snel aan de stok. Dan toch liever een brulaap dan een verzuurd stekelvarken.