De drukte rondom de Special Olympics in Fryslân zal de meeste van jullie niet zijn ontgaan. Heerenveen en Sneek waren dit jaar de gastheren die zo’n tweeduizend sporters mochten verwelkomen. Van tennissers tot honkballers en van zwemmers tot turners. Iedereen kwam naar Fryslân met maar één doel: genieten van sport. Zelf was ik korfbalcoach, maar toch was één sport waar ik stiekem helemaal verliefd op werd.
Bij de openingsceremonie zag ik ze al langskomen, de dames en heren van het paardrijden. Dames vooral, met een zwarte veiligheidscap, glimmend gepoetste rijlaarzen en een verblindend witte ribbroek. Waar voetballers, judoka’s en tennissers tijdens de openingsceremonie over de groene zoden van het Abe Lenstrastadion renden, deden de paardendames een gecontroleerde galop. Alsof ze al in het zadel zaten manoeuvreerden ze zich met een sierlijke huppel door de drukte op het veld. Tientallen kleine Anky’s in de dop, prachtig.
Tijdens de avondmaaltijd na de eerste dag zag ik ze weer. En ik rook ze ditmaal ook; zo’n heerlijk aroma van paardenbouquet vermengd met ouderwets ledervet. De witte broek had hier en daar zwarte strepen gekregen, de rijlaarzen waren voorzien van een dun laagje stof, maar de cap zat nog ferm op het hoofd.
Volop werd er gelachen om Niels, de brave ruin die een aantal van deze dames op zijn rug had mogen dragen. En om Jellina, de Friese merrie die zo lekker draafde maar stiekem een ondeugende galopsprong maakte. Vol liefde werd er over de viervoeters gesproken, alsof het om heuse popidolen ging.
Zondagmiddag zag ik de dames dan eindelijk in actie. Een korte wandeltocht bracht me van het korfbalveld naar het ware paardenwalhalla. Opnieuw overal dames met ditmaal keurige zwarte jasjes aan. In de manege reed Niels net zijn eerste rondje met één van de dames op zijn rug. De teugels hingen slap, de handen strak vastgeklemd aan het zadel en de benen bungelden in de beugels. Maar die geweldige trotse glimlach op haar gezicht ontroerde me. Een amazone die zichtbaar genoot van iedere stap die ze onder toeziend oog van jury- en familieleden maakte.
Met een statige groet beëindigde ze haar proef en klonk er luid applaus door de paardenhal. Ikzelf klapte harder dan ik ooit voor Anky’s Olympisch goud heb gedaan. Want goud of geen goud, de boodschap is duidelijk. Het is de glimlach die uiteindelijk telt.