Afgelopen vrijdag was er een ringrijderswedstrijd bij ons in het dorp. Voor wie dat nog nooit heeft meegemaakt: met paard en wagen rijdt u in rap tempo langs vier houten handjes, waarin een ring zit die met precisie raak geprikt dient te worden door de heer of dame op de wagen. Dat doet u met - jawel - een houten pistool. Voor iedere raak geprikte ring krijgt u punten en wordt er met een vrolijke oranje vlag gewapperd. Fries folklore, dat begrijpt u wel.
Terwijl de hoefijzers over het rode klinkerweggetje in ons dorp denderden, kreeg ik ineens een flash back. Jaren geleden deden mijn zus en ik namelijk ook al eens mee aan zo’n wedstrijd. Thuis hadden we een kleine bruine pony met grootheidswaan. Er zat maar één versnelling op het dier en dat was fulle pulle. Er werden in die tijd nog geen persoonlijkheidstesten op pony’s gedaan, maar ik weet zeker dat deze kandidaat ADHD als diagnose zou hebben gekregen.
Iedere vrijdagavond scheurde onze bruine snelheidsduivel met het bit dwars in de bek en mijn zusje schreeuwend op z’n nek door de manege waar we les hadden. Zo sterk als een tank werd de zandbak in een uur tijd volledig omgeploegd. Aangezien het niet echt fijn rijden is op zo’n bulldozer, bedachten we dat deze vuurvreter wellicht geschikter zou zijn als karrenpaard. In no time leerden zus en ik daarom mennen en mochten we voor het eerst zonder begeleiding de weg op om te oefenen.
Ook voor de kar ging het wederom hurry up met onze 1PK, dus voor we het wisten stonden we ergens in the middle of nowhere. Wat nu? De enige oplossing was een keerwending op de weg. Deze bijzondere verrichting hadden we echter nog nooit eerder uitgevoerd, dus voor de zekerheid sprong zus van de kar en hield de pony bij de cockpit vast.
De keerwending ging uitstekend, totdat ik met het wiel van het karretje het beest per ongeluk op z’n hakken reed. De pony maakte een noodsprong, zus struikelde, en toen reed ik zo - hop hop - met kar en al over haar heen. Ik schrok me kapot en zus ook. ‘Ik kan nóóít meer lopen’, riep ze in paniek, terwijl ze naar het karretje kroop. In gillende bloedvaart spurtten we huiswaarts. De pony had nog nooit zo’n mooie dag gehad.
Thuis aangekomen viel de lichamelijke schade gelukkig mee. Maar het traumatische begin bleek een graadmeter voor onze prestaties tijdens het ringrijden. De resultaten waren zacht uitgedrukt tegenvallend. Achteraf gezien denk ik dat onze bruine ADHD-pony zijn roeping heeft gemist. Het was een uitermate geschikte dierenambulance geweest.