Dweilen

Weet u nog dat ik een tijdje geleden opbiechtte dat ik aan toeteren doe? Jarenlang schaamde ik me er kapot voor, want met je toeter bij de fanfare spelen is nou niet echt een hobby waar je klassenvertegenwoordiger mee wordt. Maar nu heb ik er een nieuwe vrijetijdsbesteding bij: ik toeter sinds kort ook bij een dweilorkest. En er ging werkelijk een wereld voor me open.

Afgelopen zaterdag had ik mijn vuurdoop. Of dweildoop, maar net hoe u ’t wilt noemen. De eerste zaterdag van oktober organiseren ze in Sneek namelijk de Sneeker Dweildag. En tot mijn verbazing was ik in plaats van een sneue trut met mijn toeter nu ineens super stoer. Ga met een dweilorkest in een raar pak midden op straat staan en mensen maken zelfs foto’s en filmpjes alsof je een BN’er bent. Raar.

Voor wie nog nooit op de Sneeker Dweildag is geweest, volgt nu eerst een korte sfeerschets. Iedere eerste zaterdag van oktober verandert de binnenstad van Sneek in een kruising tussen de Efteling en Het Land van Ooit. Op de ene straathoek staan piraten met grote gouden kettingen, een stukje verderop loop je Elvis tegen het lijf met een orkest vol sexy danseressen in roze petticoats. Kortom, alles kan en alles mag.

Het grootste geheim van het dweilsucces is het idee om de derde helft wat naar voren te schuiven. Waarom wachten met het leukste als je er ook mee kunt beginnen? Dus rond één uur al gezellig aan de tap. “Leve de man die het bier uitvond, van je hiep hiep *hik* hoera!”

Deze toeterlevensstijl vraagt echter wel om een goede training. Niet alleen voor het muzikale gedeelte, maar ook voor de derde helft. En laat dan nou net niet mijn sterkste onderdeel zijn. Na het vierde biertje zag ik hoe de stramme zwarte muzieknootjes op mijn bladmuziek ineens vrolijk de polonaise begonnen te dansen. Almaar sneller, tot ik ze niet meer bij kon houden.

En toen moest het muzikale hoogtepunt nog plaatsvinden, want het einde van de Dweildag wordt traditiegetrouw afgesloten met de samenzang van Batje Vier. Batje wat? hoor ik u denken. Batje Vier. Ik had er ook nog nooit van gehoord, maar het begint als volgt: ‘Al kreeg hij nooit een lintje van verdienste op zijn borst, dankzij de brouwer hebben we nooit meer dorst.’ Proost!

U begrijpt, na een memorabel dweildebuut lag ik zaterdagavond gestrekt op de bank. En of het nou door al dat toeteren kwam of door dat lullige laatste biertje, maar een dorst dat ik me toch kreeg. Het is wellicht niet zo stoer om te vertellen, maar deze toetertrut heeft een heel pak Appelsientje Groeifruit opgezopen. Het is mijn redding geweest, want die nacht hoefde er niet écht gedweild te worden, als u bedoelt wat ik begrijp.

Nynke van der Zee

Nynke van der Zee

Tekstschrijfster

Op zoek naar een enthousiaste tekstschrijver in Friesland? Ontdek of wij bij elkaar passen.

Meer over mij

Laatste Blogs