De konijnen op Schiermonnikoog hebben te weinig seks. Daardoor zijn er niet genoeg jongen, wat weer schadelijk is voor het natuurbeheer op het eiland. En dus worden de langoren een handje geholpen door Natuurmonumenten, meldde het journaal vrijdag.
Bij dit soort berichten krijg ik automatisch een voorstelling van zo’n situatie. Ik zie 't al voor me: een boswachter die seksuele voorlichting geeft aan een hok vol konijnen. Als er één dierensoort is die wel van wanten weet, dan is het toch het konijn zou je denken. Maar op Schier zijn ze kennelijk uitgeneukt. Sorry voor het woord.
Boswachter Jan Willem Zwart van Natuurmonumenten vertelde vrijdagochtend uiterst serieus op de radio hoe hij het libido van alle Flappies op Schier weer wat op wil krikken. Allereerst worden de dieren gevangen, waarna ze in een zogenoemde warande worden gezet. Dat is een veilige omgeving, waar ze kalm de liefde kunnen bedrijven. Zonder vossen, wilde katten of roofvogels die de daad komen verstoren. Met zo’n paradijsje zou het allemaal wel klaar komen.
Maar hé, dacht ik. Die konijnen leven toch al in het paradijs? Schier is één van de mooiste eilanden met bos, duinen en heide. Deze konijnen hebben dus iedere dag een vakantiegevoel. Ze hoeven nooit te slepen met zware tenten, tassen vol rotzooi en jengelende kinderen. Ze kunnen iedere dag heerlijk op 't strand liggen zonder te stressen wanneer de laatste boot gaat. Met andere woorden: wat mankeert die beesten. Gas op die lolly. Ja toch?
Heel eerlijk: ik denk dat het te maken heeft met ander nieuws. Afgelopen week werd namelijk ook bekend gemaakt dat we in Friesland steeds meer soa's hebben. Seksuele Overdraagbare Aandoeningen. Dat nieuws zal een schok teweeg hebben gebracht onder de konijnenpopulatie op Schiermonnikoog. Logisch, zelfs als Stampertje wil je geen gehannes met Chlamydia of een druiper. Dan kun je 'm maar beter in de broek houden, ja toch?
Mijn voorstel is dan ook om al die konijnen te vangen en preventief te behandelen tegen geslachtsziekten. Daarna zetten we ze gewoon in een ren van twee bij een meter, met gaas en zo'n drinkflesje. En als dat klaar is, bellen we mijn vader. Want die wist vroeger op miraculeuze wijze bij twee vrouwtjeskonijnen - "Ja meneer, het zijn écht twee vrouwtjes"- toch een nest vol jongen te toveren. Probleem opgelost.