Weet u nog dat moment dat u van uw Goedheiligman Geloof viel? De ontdekking dat die heldhaftige kindervriend gewoon uw verklede buurman was? Ik vergeet hoe films aflopen, gebruik nog steeds de TomTom voor de route naar de Achterhoek waar ik toch al tien keer naartoe ben gereden, en ik kan geen enkele mop onthouden, maar dát moment van die schokkende onthulling weet ik nog als de dag van gisteren.
Als klein meisje droomde ik ervan ooit Zwarte Piet te worden. Had me als zevenjarige gevraagd wat mijn toekomstplannen op carrièregebied waren en Zwarte Piet zou het antwoord zijn geweest. Met gym was ik bloedfanatiek om maar cum laude voor het Pietendiploma te slagen, cassettebandjes met Sinterklaasliedjes draaide ik 24/7 en zingen voor de kachel deed ik vanuit mijn tenen. En dat alles met een glashelder doel: ooit op die boot te mogen staan als Zwarte Piet.
Totdat het moment kwam dat mijn broer met één enkele zin een dikke rode streep door mijn ambities haalde. Ik weet de setting van die middag nog exact. Ik was aan het paardrijden op de rug van onze zwartleren hoekbank. Op mijn hoofd een zelfgemaakte pietenpet van een strook karton met daarbovenop vrolijk rood gekleurd crêpepapier. Een zelf gevonden kippenveer maakte het geheel af. Broer walste onaangekondigd de setting binnen samen met mijn stoere grote neef. Lachend keken ze naar dat stomme Pietje, dat nietsvermoedend op een zwartleren hoekbank door haar fantasiewereld galoppeerde.
Ik zie broer nog grijnzen. Net daarvoor nog hoorde ik hem smekend aan mijn moeder vragen: “Mem, mei ik it als-je-bliéft fertelle?” En toen die schokkende onthulling. “Sinterklaas is nep.” Boem. Weg droomwereld, carrièreperspectief en mooi kinderfeest. Neef zag de teleurstelling bij het verslagen Pietje, en begon meteen met de positieve aspecten van dit nieuws. De belofte dat ik nu ook in het samenzweringscomplot zat en NIETS mocht zeggen tegen mijn kleine zusje, maakte nog iets goed. Maar de magie was verdwenen.
Op Facebook lees ik nu berichten van moeders die zich in de gekste bochten wringen wanneer kinderen met vragen over onmogelijke Sinterklaas-situaties komen. Of kleine gelovigen die zichzelf krampachtig aan het geloof vasthouden, wanneer er uit d'een of d'andere hoek geroepen wordt dat Sinterklaas niet bestaat. “Die van jou misschien niet, maar die van mij wel”, hoorde ik een meisje standvastig roepen. En zo hoort het: blijf geloven, want wanneer je eenmaal de waarheid weet, kan die Zwarte Pietenpet met kippenveer wel naar zolder. En op die bank heb ik ook nooit meer gereden.