Afgelopen donderdag liep ik van het parkeerterrein naar de ingang van het Omrop Fryslân-gebouw. Daar, bij de voordeur, stonden twee paar zwarte werkschoenen. Op de redactie zaten twee keurige jongens te koffiedrinken, beide in werkkleding van een tuinbedrijf en jawel - op sokken.
Ik smolt toen ik ze zo zag zitten. Wat zullen die thuis vaak een chagrijnige moeder hebben gehad, nadat ze weer eens met hun modderige werkschoenen de keuken binnen waren gedenderd. Hoe vaak zullen ze niet hebben gehoord: 'Doe ze dan even uit bij de achterdeur!' Thuis nooit gedaan natuurlijk. Maar nu bij de baas gaan de schoenen braaf uit.
Ik vind dat prachtig. Maar niet iedereen ziet hier de charme van in. Ik sprak laatst met een dame die al een aantal jaar in Friesland woont. Oorspronkelijk komt ze echter van de andere kant van de Afsluitdijk. Uit de stad dus. En ook al beviel het wonen haar hier inmiddels wel aardig, ze kon maar niet wennen aan een aantal dingen.
Allereerst uiteraard onze Friese taal, waar ze nog altijd geen hout van snapte. Ook ons stugge aard was af en toe lastig te doorgronden. En toen kwam het gesprek op onze klompen. Ze snapte niet dat wij klompen aantrekken naar een winkel of verjaardag. Of erger nog: naar het ziekenhuis.
En dat we dit houten schoeisel vervolgens uitdoen bij de deur ging er bij haar helemaal niet in. Klompen dragen, dat was echt not done.
En ze is niet de enige die dat vindt. Ondanks dat klompen ons nationale symbool zijn, worden ze steeds minder gedragen. Sterker nog: de oer-Hollandse klomp wordt vaak gemaakt in Polen. Nederland is nog geen eens goed voor een half procent van de Europese klompenindustrie, becijferde het CBS vorig jaar.
Er is maar één klompensoort die wel in opkomst is: crocs. Ik had met mezelf afgesproken nooit een column te wijden aan crocs, maar ik kan niet anders. Als er iets not done is, dan vind ik dat crocs. Maar inmiddels paradeert het halve ziekenhuis op die plastic dingen. En bij de voordeur uitdoen: ho maar.
Gelukkig is er nog hoop voor de echte houten variant. Toevallig hoorde ik dezelfde dag waarop ik de tuinboys trof op de redactie het verhaal van een jongetje dat de allerkleinste maat klompen draagt. Met een paar dikke sokken past het net. En nu moeten er nieuwe klompen komen, want zijn eerste mini-exemplaren waren tot op de draad versleten.
Mocht dit kereltje later als volwassen vent naar het ziekenhuis gaan, dan weet ik zeker dat er een paar klompen bij de voordeur staat. Prachtig. Een held op sokken.