Iedere zondagavond nestelen wij ons voor tv-programma Boer Zoekt Vrouw. Knus naast de knisperende open haard. Gezellig onder een fleecedekentje op de bank. Genietend van vijf hunkerende boeren op zoek naar de liefde. Maar ook: genietend van vijf prachtige dialecten.
Boer Zoekt Vrouw is een fantastisch podium voor de mooiste dialecten die ons land rijk is. Dit keer mogen we genieten van de Limburgse tongval van schapenboerin Janine. Het Brabantse gebrabbel van Bourgondiër en paardenhouder Hans. De binnensmondse klanken van koeienboer Evert uut Drenthe. De twijfelachtige zangkunsten van fruitteler Rob uit Gelderland. En van de prachtige Frisismen van melkboer Jouke út Wytmarsum.
Ik geniet met volle teugen van iedere boer met z’n eigen tongval. Die passie voor dialecten heb ik altijd al gehad. Ik houd van rasechte Hagenezen, van volbloed Achterhoekers, van de bekakte airrr in het Gooi en de rollende rrrrrr in Rotterdam. Ik smul airrr van.
Het liefst ga ik dan ook op vakantie in eigen land om nieuwe dialecten op te doen. Tijdens een weekendje weg in Noord-Holland kocht ik onlangs nieuwe schoenen. ‘Moppie, mooie gympon’ was het eerste complimentje dat ik kreeg op de markt. Ik ging er gewoon een beetje van zwevon.
Het mooie aan al die tongvallen vind ik dat je direct kunt horen waar iemand vandaan komt. Zo ontdekte ik dat je een Westereender niet alleen kunt herkennen aan de ‘hy, sy en dy’ en de ‘sneen, treen en wat hast bydeen’, maar ook aan het woordje ‘leave’. Dat wordt te pas en te onpas voor iedere zin gezet. ‘Leave, mei ik der efkes by?’ in de winkel. ‘Leave, hast noch in bierke foar my?’ in de kroeg. ‘Leave, hoe ist no mei dy?’ tijdens een gesprekje op straat. Leave kan voor alles.
Datzelfde geldt voor het woordje ‘zie’. Dat kun je als Fries werkelijk overal voor of achter plakken. ‘Ik weet niet of de postbode al is geweest, want ik ben nog niet thuis, zie.’ Of: ‘Zie, gisteren waren ze dat rûpelige katje kwijt, maar die is al weer gevonden’. Het woordje ‘zie’ geeft aan dat iets logisch is of kondigt een belangrijke boodschap aan. Een signaal dat je echt even moet opletten, zie.
In Groningen voeren ze datzelfde trucje uit met het woordje ‘ja’. Dat kun je overigens op iedere willekeurige plek in de zin droppen. 'Dat ken ik ja nait roeken.' Of: 'Tis nait kold vandoag, tis ja veul te hait. Woist ja wel?’ In Groningen kan een zin dus ontkennend zijn, maar toch een ja bevatten. Prachtig.
Maar de mooiste toevoeging aan de luisterrijke Nederlandse taal, is toch wel het woordje ‘jong’. Daar hebben we hier in Friesland patent op. Jong is de perfecte aanvulling bij een strijdkreet als 'Moatst dy de bek hâlde, jong!' Maar ook op emotionele momenten is 'jong' een ontroerende toevoeging. Dat bewees Boer Zoekt Vrouw-deelnemer Sander op zondag 3 april.
Tijdens de uitzending biechtte hij bij Yvon op dat het liefdesavontuur bij schapenboerin Janine hem zwaar viel. ‘Tsja, het is wat jong’, verzuchtte hij toen Yvon hem tijdens een één-op-één-gesprekje vroeg naar zijn gevoelens voor de Zuid-Limburgse Heidi. Ik smolt. Sander vatte in één woord de kern van het leven samen. Het is wat jong.