We staken vorige week nog net niet de vlag uit in Oudega, maar veel inwoners haalden opgelucht adem toen bekend werd dat de gemeente Smallingerland de oude zuivelfabriek in ons dorp heeft gekocht. Heel eerlijk: wij hadden De Hoop letterlijk en figuurlijk al bijna opgegeven. Dit bericht kwam dan ook als de verlossing. Eindelijk gaat er iets gebeuren.
Voor wie nog nooit in Oudega is geweest of niet exact weet waar ik het over heb, even een korte geschiedenisles. Al in 1900 neemt een aantal boeren uit Oudega het initiatief om een coöperatieve zuivelfabriek op te starten. De fabriek met de naam De Hoop is het kloppende hart van Oudega. Hier wordt de melk van maar liefst 45 boeren verzameld en verwerkt. Alles gaat in die tijd nog met de hand, wat voor enorm veel werkgelegenheid zorgt in het dorp.
In 1966 besluit De Hoop te fuseren met de naastgelegen zuivelfabriek in Opeinde. Het pand wordt verkocht en twee jaar later omgedoopt tot It Miensker; een multifunctioneel centrum met een bieb, een zalencentrum, de Rabobank en een snackbar. Opnieuw is De Hoop het middelpunt van ons dorp. Tot eind jaren negentig de bieb wordt opgeheven en de Rabobank een ander kantoor krijgt. Dat is dat de nekslag voor de exploitatie. In 2003 verkoopt men het gebouw aan vastgoedondernemer Credo.
Langzaamaan raakt de boel in verval. Niemand die zich nog bekommert om de oude fabriek. Ramen worden ingegooid, jeugd loopt ‘s nachts door de zalen en zwervers vinden er onderdak. Het gebouw wordt uit voorzorg dicht gespijkerd, waardoor er al snel een spookhuis ontstaat. Een rotte kies in ons dorp. En het lullige is: we kunnen er met z'n allen niets aan doen, want het gebouw is niet van ons.
Wie nu langs de oude fabriek loopt, ziet een ernstig verwaarloosd gebouw. Er groeit een joekel van een klimop uit de dakgoot, de buitenkant is volgespoten met graffiti en overal ligt afval. Kortom: De Hoop is hopeloos. En nog veel erger: het is een gevaarlijke plek. Jeugd klimt via een brandtrap naar boven en wandelt over het dak om binnen te komen. We waarschuwen Credo keer op keer dat er gevaarlijke situaties ontstaan, maar er komt geen enkele reactie.
In het dorp heeft inmiddels iedereen z'n buik vol van de oude fabriek. Er ontstaan zelfs wilde plannen om het gebouw op oudejaarsnacht in de fik te steken, zodat we er vanaf zijn. Het gebouw verpest namelijk het aanzicht van ons dorp. Iedereen die de haven in vaart, ziet als eerste de oude fabriek. Een troosteloos pand, waardoor je vrijwel direct rechtsomkeert wilt maken. Het is een aanfluiting.
Dus komen we als inwoners zelf met ideeën, waarmee we aankloppen bij de gemeente. Die snapt onze zorgen, maar is ook aan handen en voeten gebonden. Het gebouw is immers ook niet van de gemeente. En dus kunnen we met z'n allen niets doen. Onbegrijpelijk, als je er over nadenkt.
Als gemeente kun je een boete uitdelen aan ondernemers die hun winkelpand jaren leeg laten staan. Hierdoor krijg je gaten in de winkelstraat en dat is schadelijk voor een dorp of stad. Tegenwoordig kan een gemeente zelfs huizeneigenaren beboeten wanneer hun pand lang leeg staat. Vorig jaar september deelde de gemeente Amsterdam voor het eerst in de historie van de stad een boete uit aan een huizeneigenaar die zijn woning in de binnenstad leeg liet staan zonder dat bij de gemeente te melden.
Waarom is het dan onmogelijk om als gemeente een vastgoedondernemer te beboeten? Wanneer er meer dan vijf jaar na de aankoop niets met een gebouw gebeurt, is toch wel duidelijk dat een ondernemer geen daadwerkelijke plannen heeft. Dus wat mij betreft mag de gemeente na vijf jaar fikse boetes uitdelen. Daarmee voorkom je wat er bij ons is gebeurd: een ondernemer die langzaam achterover leunt om te zien wat de vastgoedprijzen doen, zonder ook maar één keer langs te komen in ons dorp. Kope, kope, maar niet kijke. De omgekeerde wereld.
Gelukkig grijpt de gemeente nu in. Niet met een boete, maar door de fabriek dan maar zelf te kopen. Wij zijn er ontzettend blij mee. Eindelijk is onze fabriek weer in eigen handen. Er gloort weer hoop voor De Hoop.