Nog één blog deze week en dan ga ik een paar weken met vakantie. Nu lees ik trouwens overal dat ik dit ab-so-luut niet aan Jan en alleman moet verkondigen. Niet op Facebook, twitter en vast al helemaal niet op mijn blog. Met zo’n bekentenis zou ik inbrekers als het ware uitnodigen om bij mij langs te komen voor een kraakje. Nu woon ik in Oudega, waar inbrekers de laatste tijd sowieso al vaak langskomen voor een klus. Hmmm, nu heb ik dus verteld dat ik in Oudega woon en op vakantie ga. Maar het wordt een thuisvakantie inbrekers, dus zet maar een streep door uw plannen.
Bij ons in het dorp wordt de laatste tijd angstvallig veel ingebroken. Het lijkt wel of ze dat kunnen ruiken in de beveiligingswereld, want het duurde maar even of ik had een vriendelijke dame van een beveiligingsbedrijf aan de telefoon. Ze belde net na tienen ’s ochtends en ik stond in de radiostudio voor een quiz. ‘U belt niet zo gelegen. Ik sta in de studio.’ Niet-begrijpend hoorde ik de verkoopdame mompelen. ‘Maar u kunt nog meedoen aan de quiz’, stelde ik voor. Ineens was ze kort van stof en hing rapido op.
De volgende ochtend opnieuw telefoon. Dit keer begon ze meteen met haar verkoopverhaal. Ik had een eigen bedrijf, dat vast goede beveiliging kon gebruiken. Toen ik antwoordde dat ik niet zou weten wat hier gestolen kan worden, riep ze dat er in iéder huis wel wat te stelen viel. Echt, iéder huis.
Nadat ze haar verkoopverhaal had afgeriedeld, schudde ik mijn hoofd. ‘Alles wat u nou net noemt, heb ik eigenlijk niet.’ ‘Maar u heeft toch een communicatiebedrijf?’ snauwde ze. ‘Ja, maar ik werk in mijn uppie, dus hier staat niet zoveel.’ Wat ik dan precies deed, wilde ze weten.
Ik ben tekstschrijver, vertelde ik. ‘Voor de Libelle?’ vroeg ze. Nee, niet voor de Libelle. Voor websites, personeelsbladen, magazines én columns. ‘Doet u ook liedjes?’ Nee, geen liedjes, want dan zou ik songwriter zijn, en ik ben maar gewoon tekstschrijver.
Nadat ik haar ervan had weten te overtuigen dat ik werkelijk geen camera’s en elektrische sloten in mijn kantoortje hoefde, beëindigde ze het gesprek. ‘En gaat u hier nou ook over schrijven?’ vroeg ze twijfelachtig. ‘Neuh’, zei ik. ‘Heus niet.’