Morgen zal er opnieuw gestaakt worden in het basisonderwijs. Dit keer wat minder massaal dan in oktober, maar toch staan diverse meesters en juffen morgen niet voor de klas. Paniek uiteraard bij ouders die ineens met een hok vol kids thuis zitten die ze niet kwijt kunnen. En dus komt dan altijd weer die ene vraag bovendrijven: is zo'n staking nou werkelijk nodig?
Ja. Zo'n staking is zeker nodig. Sterker nog: het is bijna een wonder dat al die meesters en juffen het zo lang hebben volgehouden zonder te staken. Want ga er maar aan staan. Iedere dag sta je voor een klas met minstens dertig leerlingen, waarvan drie autisten, vijf ADHD'ers en zeven met een lichte vorm van PDD-NOS. Naast die dertig kinderen heb je ook nog tien jankende ouders aan je bureau staan, die allemaal klagen over misstanden in jouw klas. En dan, om drie uur wanneer iedereen eindelijk naar huis gaat, mag jij opruimen, nakijken en voorbereiden voor de volgende dag.
En - dat zou ik bijna vergeten - je krijgt er ook nog eens veel te weinig voor betaald. Een schijtloon, waar je knetterhard voor werkt. Zeg nou zelf: je moet wel gek zijn en kies voor de Pabo. Dat doen dus ook steeds minder studenten, waardoor er een lerarentekort ontstaat. Kersverse minister Ingrid van Engelshoven bedacht daarom het plan om het collegegeld voor Pabo-studenten te halveren, zodat je het eerste en tweede jaar met een fikse korting studeert. Serieus Ingrid?
Stel, je hebt een slagaderlijke bloeding en je wordt met gillende sirenes naar de Eerste Hulp gereden. Dan moet je er toch niet aan denken dat er een dokter aan komt rennen met enkel een pleister in z’n hand? Want zo voelt het. Het basisonderwijs stroomt leeg en dan komt de minister met zo'n schijterige oplossing onder het motto 'alle beetjes helpen'. Maar in dit geval biedt zo'n pleister natuurlijk totaal geen oplossing. Hier moet een hogedrukverband aangelegd worden om de patiënt in leven te houden.
Geld, daar gaat het uiteindelijk allemaal om. Geld voor meer helpende handen in de klas in de vorm van onderwijsassistenten die kunnen bijspringen. Geld voor kleinere klassen, zodat ieder kind de aandacht krijgt die het verdient. Maar bovenal geld voor een eerlijker loon. Een loon dat gelijk staat aan dat van collega's in het middelbaar onderwijs.
En juist dit laatste punt maakt de tongen flink los. Massaal komen er reacties van collega's uit het voortgezet onderwijs, waarin ze beargumenteren waarom zij terecht meer verdienen dan meesters en juffen in het basisonderwijs. Zo las ik een paginagroot artikel van een docent Wiskunde die stap voor stap uitlegde waarom hij volledig gerechtvaardigd meer verdient dat een meester of juf. Allereerst geeft hij les aan meerdere klassen per dag. Punt twee: hij heeft dus veel meer leerlingen waarvan hij de naam moet kennen. En tot slot dus ook veel en veel meer 10 minuten-gesprekken met ouders.
Kan allemaal wel zo zijn, maar daar gaat 't niet om. Het is geen kwestie van wie doet het meest. Wie werkt er het hardst. Het gaat er om dat je gewaardeerd wordt voor het werk dat je doet. Deze krampachtige reacties van middelbare schooldocenten vind ik een beetje matennaaien. Jullie zitten als onderwijzers immers allemaal in hetzelfde schuitje. Zonder basisonderwijs geen voortgezet onderwijs. Dus waarom dan zo stekelig reageren? Waarom zo denigrerend over je collega's?
Help elkaar liever een beetje. Want van steun van omstanders hoeven jullie niet veel te verwachten. Even een paar gemiddelde reacties die ik tegenkwam onder het nieuwsbericht over de staking van morgen. 'Zoek een andere baan als jullie niet tevreden zijn, stelletje opruiers.' Of deze: 'Als ze weer gaan staken, moeten ze de salarissen VERLAGEN.'
Voor al die meesters en juffen die morgen het werk neerleggen: jullie hebben gelijk. Laat je niet op je kop zitten. Jullie zijn stuk voor stuk echte klasbakken, die meer verdienen.