Ze vallen iedere week bij ons op de mat: de reclamefolders van diverse bouwmarkten met allerlei aanbiedingen. Waar we ze voorheen direct bij het oud papier gooiden, bladeren we ze nu door op zoek naar aanbiedingen van verf, kliklaminaat of boormachines. Na bijna drie maand klussen kunnen we vrijwel alles wel gebruiken.
Wat me opvalt wanneer ik door die reclamefolders blader, zijn de vrolijke foto's van stelletjes die samen klussen. Ze hebben allemaal een grote smile op hun gezicht en matchende kluskleren aan. Nergens ook maar een verfspatje te vinden. Niet op de stijlvolle spijkerbroek, niet op het mooie schone shirt en zelfs niet in het netjes gestijlde kapsel. Met andere woorden: deze mensen hebben niet geklust.
Wij zijn nu bijna drie maand ervaringsexperts en je wilt niet zien hoe wij er af en toe bijlopen in een spijkerbroek vol verf, pur-klonten en lijm-kluiten. Het shirt dat onder onze oksels zo langzamerhand begint te ruiken naar hard werken. En ons kapsel is in veel gevallen vergelijkbaar met een pas gesnoeide buxusboom. We hebben beide modieuze highlights in ons haar, zelf gecreëerd met plafondsaus, die we er ondanks verwoede waspogingen niet meer uit krijgen. En heel eerlijk: het maakt ons al niets meer uit.
Maar zo'n verwassen stelletje zie je nou nooit in de een reclamefolder van de Praxis, Karwei of Gamma. Daar zit een breed lachende dame in een schone kruiwagen, terwijl een nog breder lachende kerel de kruiwagen optilt. No way dat dit in het echt zo gebeurt. Wanneer ik mijn kont parkeer in een kruiwagen, is de kans groot dat ik er niet meer uitkom vanwege de betonresten in het ding. Laat staan dat mijn vrouw het grappig vindt om met mij een stukje te rijden. Ben je gek. Die roept meteen dat ik met mijn reet uit die kruiwagen moet komen. Er is nog genoeg te doen.
En niet alleen in de reclamefolders wordt klussen veel te rooskleurig afgeschilderd. Ook in de bouwmarkt zelf wordt er een heel vertekend beeld gegeven. Geregeld zie ik een vader en zoon die samen spullen ophalen om een dagje te klussen. Een rol behang, een blokkwast en een emmer lijm. Zo lopen ze samen vol energie de bouwmarkt weer uit, gooien de spullen nonchalant achter in de kofferbak en klaar is kees. Het begin van een heerlijke klusdag.
Vergelijk dat met onze klusdag en je moet lang zoeken om een overeenkomst te vinden. Wij komen met een grote aanhanger aanrijden, nemen vier parkeerplaatsen in beslag omdat we niet achteruit kunnen rijden en stappen met een boodschappenlijst van vier kantjes de winkel binnen. Daar begint de grote zoektocht naar al die spullen. Balken, gipsplaten, stopcontacten, led-lampjes. Om al die zooi mee te nemen, slepen we zo'n immense niet te besturen kar achter ons aan, met van die irritante zwenkwieltjes.
Wanneer we de kar vol hebben geladen, laveren we met gevaar voor eigen leven tussen de kerstbomen en pepernoten door naar de kassa, waar de grootste uitdaging begint. Het scannen van de spullen. Want hoe we ook ons best doen, die ene streepjescode van die loodzware gipsplaat zit net verstopt achter die nog zwaardere balk, zodat de kassadame er nét niet bij kan. De hele bende van de kar, scannen en weer opladen. En wie denkt dat het ergste dan geweest is: nope. Want die halve bouwmarkt aan spullen moet ook nog vakkundig op onze kar gemonteerd worden met elastische spinnen en onbegrijpelijke sjorbanden.
Wat ik maar wil zeggen: klussen is nog een hele klus. Maar laat je niet uit het veld slaan door al die mooie foto's en vaders met zonen die met een grote glimlach de bouwmarkt weer uitkomen. Echt, ooit zal ook ik om één klein dingetje naar de bouwmarkt rijden. Eén klein dingetje dat ik zonder moeite afreken bij de kassa en daarna op de achterbank gooi. Eén klein dingetje. Ik heb er nu al zin in.