Politie en politici. Het zijn slechts een paar letters verschil. Kennelijk zorgt dat bij veel mensen voor verwarring. Want waar politici deze week besloten tot het verlengen van de strengere coronamaatregelen, reageren demonstranten hun woede af op de politie. Terwijl agenten geen enkele invloed hebben op het beleid dat in Den Haag wordt bedacht. Maar ze krijgen wel de klappen.
Rotterdam, Enschede, Zwolle en zelfs in Leeuwarden. Na de aankondiging van de strengere coronamaatregelen in november, het weren van supporters in de voetbalstadions en de bekendmaking van het vuurwerkverbod sloeg de vlam flink in de pan in diverse steden. Relschoppers bekogelden agenten met stenen, zwaar vuurwerk en zelfs stoeptegels. Gefrustreerd over de inperking van hun vrijheden reageerden ze hun woede af op de politie. Want zij hadden dit bedacht. Toch?
Eeeh, nee. De politie is niet degene die bij Mark Rutte aan tafel zit om te vertellen wat er moet gebeuren om de zorg te ontzien. Agenten zijn niet degenen die hebben bedacht dat er een vuurwerkverbod moet komen. Of dat supporters voortaan niet meer bij hun favoriete cluppie op de tribune mogen zitten. Agenten horen de nieuwe maatregelen net als wij pas wanneer Den Haag al lang en breed heeft besloten.
Ik sprak deze maand met agent Wisam El-Helali. Hij vluchtte ooit uit Irak naar Nederland en bouwde hier zijn leven op. Inmiddels is hij 12,5 jaar agent in Den Haag. Vol trots vertelde hij over z’n werk, over z’n collega’s en over z’n vriendin. Of zoals hij haar zelf glunderend noemde: ‘zijn partner in crime’. Ik smolt toen ik zijn verliefde enthousiasme zag waarmee hij over haar sprak.
Deze zorgzame man staat tijdens een coronademonstratie in z’n politieuniform tegenover een op hol geslagen horde relschoppers. Gewoon een mens net als jij en ik die hoopt aan het einde van zijn dienst weer veilig naar huis te kunnen. Iemand die zelf ook last heeft van de coronamaatregelen en wellicht met oud en nieuw dolgraag vuurwerk had afgestoken. Maar nu als schuldige met nitraatbommen wordt bekogeld alsof hij de duivel is. Het maakt me woest.
Al sinds de allereerste lockdown moeten onze agenten het ontgelden. Waar we allemaal meeleven en applaudisseren voor de zorgmedewerkers vergeten we de politie. Want ook zij draaien overuren. Ook zij staan in de frontlinie waar ze keer op keer de strijd aangaan met gewelddadige demonstranten om de veiligheid van burgers te beschermen. Zonder dat ze ook maar enige invloed hebben op het beleid moeten ze keer op keer de klappen opvangen. Dat slaat toch werkelijk nergens op.
Het is alsof we de badjuf verdrinken omdat zij bedacht zou hebben dat je voor je zwemdiploma een aantal meters onder water moet zwemmen. Alsof we de rijinstructeur lynchen omdat hij de bedenker is van ingewikkelde bijzondere verrichtingen. Alsof we de kassière kielhalen omdat zij de sigaretten zo duur maakt. Stuk voor stuk onzinnige voorbeelden, maar wel precies wat we doen met onze agenten. We reageren onze woede af op mensen die niets met het beleid te maken hebben en hun werk zo goed mogelijk proberen te doen.
Ik roep niet op om nu met z’n allen naar Den Haag te gaan om demissionair premier Mark Rutte of minister Hugo de Jonge een pak slaag te geven. Ik roep op om net even iets verder na te denken voordat je straks op oudejaarsdag een nitraat aansteekt en richting een politiebusje gooit. Want jij bent heus niet de enige die baalt van de maatregelen. Die zich verheugde op oud en nieuw. Die de voetbalwedstrijden van z’n kinderen of cluppie moet missen.
We zitten met z’n allen in hetzelfde schuitje. Achter ieder politieuniform zit een mens. Iemand die wellicht net zo hard baalt als jij, maar het hoofd koel houdt en gewoon z’n werk doet. Precies dát zouden we allemaal moeten doen.