Zo tegen het einde van het jaar kun je de radio niet meer aanzetten zonder in een Top 1000 te belanden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nog nooit heb gestemd op zo'n muzikale eindejaarslijst. Want ik ben echt een nul als het op muziekkennis aankomt.
Toen ik nog bij de Omrop in de studio werkte op zaterdag, kregen we iedere week verzoeknummers. Ik had geen flauw benul welke platen het waren. En ook voor bands- of artiestennamen moet je niet bij mij zijn. Ik weet werkelijk niets.
Toen ik klein was, hadden we amper de radio aan. Toch ben ik opgevoed in een muzikaal gezin, waarbij vrijwel iedereen bij de plaatselijke fanfare speelde. Maar de radio aan om naar de Top 1000 te luisteren, dat deden we nooit.
In de hoek van de woonkamer bij m'n ouders heeft jarenlang een grote glanzende zwarte stereo-installatie gestaan, met bovenop een platenspeler. We gebruikten het ding nooit. Toen ik het bakbeest jaren later meenam naar vrienden om oude lp's te draaien, bleek de naald zo krom als een hoepel. Dat was vast al jaren het geval, maar niemand van ons die het ooit had gemerkt.
Op m'n tiende kreeg ik m'n eigen radio. Pas toen begon mijn muzikale interesse te groeien. Op vrijdagmiddag zat ik met m'n vinger op de play- en rec-knop klaar om een nummer op te nemen. En janken wanneer de dj er doorheen praatte. Tuurlijk, ik kon ook een cd kopen, maar dat vond ik zonde van m'n geld. Daardoor is mijn muzikale kennis beperkt gebleven tot de 20 nummers van Yabba-Dabba-Dance deel 7.
Hoe anders is dat vandaag de dag. Tegenwoordig fietst de jeugd standaard met een koptelefoon op om naar Spotify te luisteren. Ze maken met het grootste gemak eigen playlisten aan. Bij ons thuis zijn ze acht en negen, maar ze hebben een playlist waar je u tegen zegt. Ongelooflijk hoeveel muziek ze online bij elkaar verzamelen.
Laatst hadden we het thuis over het feit dat ik eigenlijk geen muzieknummers ken. "Je mag ook wel wat nummers van mij hebben", zei de jongste. Hij schoof z'n iPad naar me toe. Ik vond het aandoenlijk. Dus ik koekeloerde nieuwsgierig in z'n lijst.
Bovenaan stond het nummer 'Dikke tieten kartoffelsalat' van het Feestteam. Daaronder prijkte het nummer 'Radler is geen alcohol'. En trots wees hij z'n nieuwste favoriet aan. 'Lekker pik' van Buren van de Brandweer. "Eeeeh...", stamelde ik. "Mooi hè?" lachte hij.
Een jongetje van acht met als favoriete hit 'Lekker pik'. Ik betwijfel ten zeerste of de muzikale smaak van de nieuwste generatie er echt op vooruit gaat. Maar toen dacht ik aan mijn Yabba-Dabba-Dance nummers. Daar snapten m'n ouders destijds ook niets van. Dus de conclusie is helder. Wie 'Lekker pik' niet kan waarderen, wordt gewoon zelf een ouwe lul.