Een rek vol bordeauxrode mantels. Een hoedeplank vol statige mijters. En een la vol kleurrijke zegelringen. Het voelde alsof ik vorige week middenin de slaapkamer van Sinterklaas stond tijdens mijn interview met Jilt en Pieter van de Sint Nicolaas Centrale. Beide heren halen de komende weken alles uit de kast zodat de Goedheiligman er op z’n paasbest bijloopt. Van de baard tot de staf: ieder detail is tot in de puntjes verzorgd. Zo krijgt ieder kind een Sint die niet van echt te onderscheiden is. Dat was in mijn tijd wel anders.
‘Hé, dat is toch meester Sjors?!’ Ik weet nog goed dat ik in groep 6 mijn ogen niet kon geloven toen Sinterklaas bij ons het klaslokaal binnenstapte. Hij had weliswaar rare borstelige wenkbrauwen en een gekke baard opgeplakt, maar ik zag gelijk dat het meester Sjors was. En ik was niet de enige die deze ontdekking deed, want al snel zoemde z’n naam door het lokaal. Met een ferm ‘Sssttttt’ en een verwoestend boze blik snoerde de directeur ons de mond. Maar ik wist genoeg: dit zaakje stinkt.
Die middag vertelde ik thuis aan mijn moeder het onthutsende verhaal dat meester Sjors als Sinterklaas verkleed bij ons op school was geweest. Mijn moeder ging tegenover met zitten en keek me aan. Ik voelde dat er iets belangrijks ging komen. Kalm vertelde ze dat ze zelf al jaren samen met de directeur op pad ging als Sinterklaas en Pieterbaas naar buurdorp Earnewâld. De directeur was de Sint, mijn moeder Piet. Ik kon mijn oren niet geloven. Mijn moeder een Piet?! Alle magie was in één klap verdwenen.
En het werd nog erger, want een jaar later stond mijn moeder als Piet bij óns op het schoolplein. Thuis had ze twee weken eerder verteld dat onze basisschool niemand kon vinden en dat zij dit jaar daarom Piet zou spelen. Ik vond het vreselijk. Mijn moeder die stomme grapjes maakte en domme dansjes deed: ik schaamde me dood. Bovendien zou iedereen toch gelijk zien dat het mijn moeder was. Ze was immers al jarenlang de peuterjuf in ons dorp. Dat laagje schmink veranderde daar heus niets aan. Dat viel wel mee, verzekerde ze me thuis aan de keukentafel. We kregen beide een beetje gelijk.
Waar de kleuters niets doorhadden, bespeurden leerlingen uit de middenbouw al snel onraad toen mijn moeder verkleed als Piet het schoolplein opkwam lopen. ‘Dat is juf Tjitske.’ ‘Hé, dat is juffie!’ Ik hoorde net als m’n moeder dat steeds meer kinderen haar herkenden. Het Sinterklaasjournaal met daarin Pietje Paniek bestond in die tijd nog niet, maar geloof me: mijn moeder was in 1997 de allereerste die deze rol zeer overtuigend neerzette.
Het was godzijdank het eerste én het laatste optreden van mijn moeder als Piet bij ons op school. Ik liet haar plechtig zweren dat ze het nooit meer zou doen. En ook meester Sjors hebben we niet meer teruggezien als Sint. Die heeft z’n gekke klittenband-baard waarschijnlijk ergens aan de wilgen gehangen.