Denkt u wel eens: goh, hoe zou het later zijn wanneer ik oud ben? Wie past er dan nog op mij? Ik dacht er afgelopen week aan toen we overleg hadden van Trefpunt Graach Dien. Bij ons in het dorp heeft een groep fanatieke vrijwilligers een eigen organisatie opgezet, waar verschillende zorgclubs, welzijnsinstellingen en professionals elkaar ontmoeten.
Tijdens het overleg vroeg de wijkverpleegkundige of wij ook eenzame ouderen kennen, die een kerstdiner verdienen op eerste kerstdag. Er schoot me meteen één naam te binnen. Die van Sieberen de Jong. Sieberen is 90 jaar en al 66 jaar getrouwd met zijn grote liefde Jantje. Al die jaren woonde het echtpaar samen in ons dorp. Tot augustus dit jaar, toen Jantje naar een verzorgingshuis moest.
Sieberen bleef alleen achter. “Sjoch fanke”, begon hij zijn verhaal. “Als je elkaar het ja-woord geeft, dan beloof je elkaar trouw te blijven tot aan het einde. En dat hebben we gedaan, Jantje en ik. Toen de gezondheid van mijn vrouw in de loop der jaren minder werd, heb ik met liefde voor haar gezorgd. Tot ik dat niet langer alleen kon.”
Na 66 jaar samen, wonen Sieberen en Jantje nu gedwongen ieder op een andere plek. “Wy binne beide sa ûnwennich as in kat. Natuurlijk hebben we ons best gedaan weer samen te komen, maar dat lijkt een onhaalbare wens. Ik ben simpelweg nog ‘te goed’ om bij Jantje in het verzorgingstehuis te wonen, maar tegelijkertijd ‘te slecht’ om zelf voor haar te zorgen."
Sinds ze uit elkaar zijn, weet Sieberen zich letterlijk geen raad meer. Schrijf alles maar op, was het advies van de huisarts. Dus dat deed hij. Een schrijfblok vol verhalen ligt inmiddels op de keukentafel. Maar die ene brief aan de gemeente wilde maar niet uit zijn pen komen. Dus schreef ik uit naam van Sieberen en Jantje afgelopen maand een brief aan gemeente Smallingerland.
Nog geen week nadat ik de brief had gepost, kreeg ik een trotse Sieberen aan de lijn. Hij had bericht gekregen van de gemeente en werd uitgenodigd bij de wethouder op koffie. “Ze gaan kijken of we samen een plaats in Drachten kunnen krijgen”, meldde hij enthousiast. Maar Sieberen had ook slecht nieuws. “Mijn eigen gezondheid laat me in de steek. En Jantje wil eigenlijk niet meer uit Bennema State, nu ze daar zo goed wordt verzorgd.”
Jammer genoeg dit keer dus geen ‘eind goed, al goed’-verhaal. Maar wel een verhaal dat me te binnen schoot toen ik vorige week werd gevraagd naar eenzame ouderen. Ik heb de naam van Sieberen niet genoemd. Ik hoop namelijk stiekem dat Sieberen en Jantje deze kerst gewoon weer samen aan dezelfde tafel mogen zitten voor een heerlijke kerstmaaltijd. Zijn hand op de hare, zoals ze dat de afgelopen 66 jaar ook deden.