Afgelopen woensdag was het Super Woensdag in Fryslân. De dag die je wist dat zou komen. Een dag vol sport: kaatsen, skûtsjesilen en het concours hippique in Buitenpost. En dus had ik de hele dag de radio aan. Voor het eerst begreep ik hoe die Hollanders zich moeten voelen wanneer ze hier op vakantie zijn. Ze horen ons wel, maar ze verstaan ons niet. En dat had ik dus woensdag ook.
Ik mag dan geboren en getogen zijn in Friesland, ik snap nog altijd niets van kaatsen. Op de radio hoorden ik termen als ‘skjinne fiif, alles oan de hang, seis om ‘e neat, spul om’t earst, triktraksituaasjes en sitballen tsjin de kwea oan’. Werkelijk geen idee wat het is.
's Middags begong het skûtsjesilen. Kan niet zo moeilijk zijn, zou je denken. Wie het eerst met z'n boot over de finish komt, heeft gewonnen. Maar Bliksum Piebe, zoals Gjalt dat zo poëtisch weet te verwoorden, ook bij het zeilen komt flink wat vakjargon voorbij. ‘Smoarge wyn, in slachje nei heger wâl ophelje, dyn eigen wâltsje hâlde en blabberje by de tonne’. Bent u er nog?
Ik snap kortom niets van al die Friese sporten. En dan is er maar één remedie: het simpelweg zelf doen. Op het korfbalveld in Oudega kregen we een paar jaar geleden kaatsles. De eerste bal ving ik op met m'n pols, de tweede met m'n pink. Einde oefening. De rest van de clinic heb ik vanuit de kantine met m'n gekneusde hand in een laag coolpacks moeten aanschouwen.
Mijn poging om te fierljeppen twee jaar geleden liep uit op een zware hersenschudding. Nog altijd is er een groot zwart gat als ik terugdenk aan die sprong. En bij het skûtsjesilen had ik alle geluk van de wereld dat de schipper zo alert was om de giek tegen te houden toen we overstag gingen. Anders was ik zelfs die laatste paar hersencellen kwijt geweest.
Maar godzijdank is er hoop. Om te voorkomen dat er in de toekomst nog veel meer van dit soort sportstumpers bij komen, heeft Sport Fryslân een lesprogramma opgezet met de toepasselijke naam 'Fryske sport yn dyn klasse'. Kinderen van groep 5 tot en met 8 krijgen les in alle Friese sporten. Van kaatsen en skûtsjesilen tot paardrijden, fierljeppen en schaatsen. Niet alleen in de klas, maar ook op het water, het ijs en de manege.
Misschien moet ik dat lespakket ook maar aanvragen voor volgend jaar. Om me alvast een beetje te in te lezen. Er zit bovendien één sport bij die ik nog niet heb uitgeprobeerd, maar die me - gelet op mijn fysieke beperkingen - precies moet passen. Damjen Frysk Spul. Dat kan toch bijna niet mis gaan.