Al van verre hoor ik het geluid van een haperende zitmaaiermotor wanneer ik terugkom na het uitlaten van de hond. Het is een zonnige woensdagmiddag in september en het gras van ons gazon groeit sneller dan de baard van sinterklaas. Vanuit de garage klinkt gefoeter afgewisseld met het onmiskenbare geluid van een weigerende motor. Een combinatie die me als muziek in de oren klinkt.
Sinds de verhuizing vijf jaar geleden naar ons boshuis hebben er meerdere maaimachines hun intrede gedaan. De eerste is een familiedonatie in 2019: een elektrische grasmaaier, mét snoer. Een ware held die zich zonder moeite dwars door menig struikgewas een weg baant. Maar dat snoer blijkt een logistieke ramp. Haspels en tientallen verlengsnoeren: we zijn langer bezig met knopen ontwaren dan met grasmaaien.
De opvolger meldt zich in 2020 na een column op de radio waarin ik mijn wens voor een echte zitmaaier met de luisteraars van Omrop Fryslân deel. Binnen een uur heb ik een mail van Wietse, die zijn rode krachtpatser aanbiedt. Vol trots rijden we in de lente van 2021 als heuse loonwerkers rond op ons mini-trekkertje en wanen ons in een aflevering van ‘Vrouw Zoekt Zitmaaier’. We hebben onze liefde gevonden.
Maar zoals dat in de liefde gaat, moet het van twee kanten komen. En laat ons nou net een trekkertje treffen dat heel veel liefde nodig heeft. Ieder voorjaar komt ‘ie namelijk steevast uit z’n winterslaap met raadselachtige klachten. Aangezien onze technische kennis niet verder reikt dan het opladen van de accu, het checken van de olie en het bijvullen van de benzine, zijn we aangewezen op een handige vriend die onze mini-Massey Ferguson met de nodigde portie liefde keer op keer weer tot leven wekt.
Tot die bewuste woensdagmiddag in september. Na vier jaar buffelen houdt ons trekkertje het definitief voor gezien. Ik doe stiekem een vreugdedansje wanneer ik naar de garage loop. ‘Wol it net?’ vraag ik quasinonchalant. ‘Ik bin der hielendal klear mei!’ hoor ik vanuit de garage, die inmiddels gevuld is met benzinedampen. Het is precies het antwoord waarop ik hoopte.
Sinds oktober rijden er twee glimmende, oranje maairobotjes over ons gazon. Eentje voor, eentje achter. We hebben ze gedoopt tot Claus en Beatrix, aangezien ze immers beide Van Oranje zijn. In de zon op het terras genieten we van het zoemende geluid wanneer Bea langsrijdt. Zonder stekker, benzinedampen of lawaai. Met twee van die majestueuze maaiers zijn we de koning te rijk.