Waar iedereen zich in Friesland afgelopen week druk maakte over de ijsdikte op de Jan Durkspolder en het IJsselmeer, hadden ze het in Flevoland druk met de Oostvaardersplassen. Niet om er te schaatsen, maar vanwege de dieren die er crepeerden. Op twitter waren de hashtags #Flevoland en #Oostvaardersplassen trending. Duizenden mensen waren pislink over de wijze waarop de provincie en Staatsbosbeheer de dieren in het natuurgebied lieten verhongeren. De provincie en de boswachters riepen op hun beurt dat dit nou eenmaal de natuur was. De sterkste dieren overwinteren en de zwakkeren sterven uit. Al snel ontstond er een flinke discussie tussen beide kampen.
Ieder verhaal heeft altijd twee kanten, leerde ik bij journalistiek. Soms zelfs wel drie of vier, maar in dit geval zijn het er duidelijk twee. De eerste kant is die van de provincie Flevoland en Staatsbosbeheer, die vinden dat dit nou eenmaal de wetten der natuur zijn. En daar zit zeker een kern van waarheid in. In de natuur geldt inderdaad het recht van de sterkste. Zo houdt de natuur iedere winter een soort van grote 'voorjaarsschoonmaak'. Op zich niet verkeerd, ware het niet dat we in de Oostvaardersplassen niet van echte natuur kunnen spreken.
De Oostvaardersplassen is een natuurgebied met een hek er omheen. De dieren die er leven hebben dus een beperkt leefgebied. Is het voedsel op, dan is dat jammer maar helaas. En juist daarin schuilt de kern van dit probleem. We hebben een stuk natuurgebied gecreëerd dat te klein is. Of net andersom geredeneerd: het gebied is groot genoeg maar er zijn te veel dieren. In de winter wordt alles kaal gevreten waardoor er een droge toendra ontstaat zonder vers gras.
Het gevolg hebben we afgelopen week van dichtbij kunnen aanschouwen. Dieren sterven massaal door de honger. En ook al is dat dan de natuur: dit hoort zo niet. Wanneer je de foto’s ziet, kun je niet anders dan concluderen dat wij als mensen een misrekening hebben gemaakt. We hadden eerder moeten ingrijpen als het gaat om het aantal dieren. Er zijn simpelweg te veel paarden, runderen en herten voor dit gebied. Zeker nu er in de winter niet genoeg voedsel is. En dan kun je wel roepen: dat is nou eenmaal de natuur. Maar in de natuur heb je als dier geen last van hekken. Dan kun je als kudde verder trekken op zoek naar voedsel. Iets wat hier niet kan.
Toen de eerste foto's naar buiten kwamen van shovels en grijpers die dode dieren afvoerden, werd Nederland boos. In een dag tijd werd er een reddingsactie op touw gezet. Mensen reden vanuit het hele land met hooi naar Flevoland om de dieren eigenhandig te voeren. Niet doen! riep Staatsbosbeheer. Niet voeren, want al dat hooi is te vezelrijk voor de dieren. Bovendien profiteren alleen de sterksten van het voer en krijgen die arme skeletjes alsnog geen hap.
Wie wel stiekem bijvoerde, kon rekenen op een boete. En toen werd Nederland écht boos. Er werd gevloekt en gescholden tegen de boswachters die ook maar hun werk deden. Uiteindelijk zwichtte de provincie en kreeg Staatsbosbeheer de opdracht om toch bij te voeren. Nederland haalde opgelucht adem. Kwam het allemaal toch nog goed met de dieren. Eind goed, al goed; zou je denken.
Maar volgend jaar zitten we met exact hetzelfde probleem. Dus daarom lijkt het me verstandig dat alle beherende partijen rond de tafel gaan zitten. Hoe pakken we dit voortaan aan? Waar gaat het mis? Moeten we misschien toch ingrijpen in de natuur door dieren te steriliseren? Of is afschieten de beste optie? Natuurlijk, dat is niet zoals de natuur werkt, maar het argument dat uithongeren wel de natuur is, gaat volgens mij niet op voor De Oostvaardersplassen. Wie de natuur de vrije loop wil geven, moet ook de dieren de vrije loop geven.