Wietmuts

Negen bolletjes donkerrode wol liggen er op de toonbank. Trots staat ze er naar te kijken, een oudere dame voor me in de rij. Ik sta in de Wolhal in Drachten, een ietwat overdreven naam voor het kleine gezellige winkeltje vol wol, garen, breinaalden, borduurspullen en grote klossen met stof. Het paradijs voor handige handwerkdames. Wat doe jij daar dan, hoor ik u denken. Ik kocht Friese babycadeautjes. Die hebben ze er ook.

Terug naar de lieve oude dame, die voor haar kleinzoon een trui gaat breien, ontdek ik al snel. De dames van de wolwinkel spitten dikke breiboeken door op zoek naar de juiste maat voor de juiste breinaalddikte. Zoiets maak ik in ieder geval op uit het gesprek. De brei-oma kijkt opgelaten achterom naar de rij die zich in het kleine winkeltje begint te vormen. “Hebt u het druk? U mag wel voor hoor, ik heb alle tijd.” Ik schud m’n hoofd dat dat niet nodig is en denk terug aan mijn eigen oma.

Het is Sinterklaasavond 1998 en met de hele familie zitten we rond de grote zak met cadeautjes. Ook mijn oma en tante vieren dat jaar Sinterklaas met ons. Er komt een cadeautje uit de zak met mijn naam erop. Wanneer ik het papier eraf haal, verschijnt er een donkerrode muts. Mijn oma straalt, zie ik in mijn ooghoeken. Op de voorkant prijkt een heldergroen blaadje, dat kleurig afsteekt tegen het dieprood. Ik kijk nog eens goed. Is het echt? Een wietblad? Op de muts, die ik krijg van mijn oma?

Ook mijn broer ziet wat ik zie en springt op. “Woow, vet! Een wietblad!” Oma knippert met haar ogen. Ik kijk haar niet-begrijpend aan. Wie mijn oma heeft gekend, weet dat ze fervent tegenstander was van alles wat met verslaving te maken had. Roken, drank en zeker drugs. Dan komt de aap uit de mouw. Mijn oma kreeg mijn verlanglijstje en zag daar de wens voor een muts op staan. Tijdens haar zoektocht belandde ze in een winkel, waar op dat moment net een meisje aan haar moeder stond te smeken of ze ‘please please please’ deze muts mocht. Dus, dacht mijn oma, dan zal dat wel hip zijn, zo’n groen blaadje. Zich van geen kwaad bewust kocht ze een wietmuts voor me.

Ik heb het ding een paar keer opgehad naar de middelbare school. Maar iedere keer dat er naar m'n muts gekeken werd, verschoot mijn hoofd van kleur en nam dezelfde dieprode tint aan. Ik was gewoon niet het type voor zo’n vooruitstrevend statement. Ik was een beetje een wietmuts, eerlijk is eerlijk. Ik kijk weer naar de trotse oma in de Wolhal. Hopelijk heeft haar kleinzoon meer plezier van zijn rode trui.

Nynke van der Zee

Nynke van der Zee

Tekstschrijfster

Op zoek naar een enthousiaste tekstschrijver in Friesland? Ontdek of wij bij elkaar passen.

Meer over mij

Laatste Blogs