‘Kiek dat dan jongs! De Friezen stoan in ’t woater.’ Met die legendarische woorden werden we de ochtend na de eerste nacht op het Zwarte Cross festival wakker. Eén slaperige blik met het hoofd door de rits was genoeg. Twee kleine Friese koepeltentjes dobberden te midden van een pas verrezen poeltje. Het was het begin van een weekend waarbij de Zwarte Cross zijn naam meer dan eer aandeed.
Vorige week gaf 3FM kaarten weg voor de Zwarte Cross in Lichtenvoorde. Met het opnoemen van alle podia en de adembenemende line-up werd ik terug geslingerd naar het jaar 2004. Mijn eerste jaar op de Zwarte Cross. De Hel van Lichtenvoorde.
Dagen vol stortregen veranderde het terrein in een maanlandschap gevuld met lichtbruine, stinkende blubber tot aan kniehoogte. Geen stap kon je zetten zonder angst dat je schoenen in de draplaag van je voeten werden gezogen. Douchen bleek zinloos want één stap buiten het douchehok en u zag er weer exact gelijk uit als daarvoor.
Na drie dagen afzien, werden we door een behulzaam boertje voor slechts 25 euro met de volgeladen auto van het sompige parkeerterrein getrokken. En wat doet een mens wanneer hij de wanhoop nabij is? Jawel, eerst een bezoekje aan de McDonalds. Op krachten gekomen, begonnen we aan de lange tocht terug naar Friesland.
De spijkerbroek die ik dat weekend droeg heeft bij thuiskomst strak van de modder nog twee dagen op eigen kracht buiten op het terras gestaan. Als een monument dat herinnerde aan de blubberramp die zich dat weekend voltrok. ‘Nooit weer’, mompelden we toen we de tent thuis in de kliko drukten.
En dit jaar ga ik weer! Ik heb er nu al zin in. De Zwarte Cross, het grootste feest van Nederland. Want eerlijk is eerlijk; het is niet alleen een paradijs voor de echte crossers, ook taalliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Ieder podium, elk bordje, zelfs de frietbakjes bevatten prachtige teksten. Allemaal in ’t Achterhoeks; een genot voor de taalfetisjist.
Dus ik ben er dit jaar weer bij. Eens kijken of ik die spijkerbroek nog kan vinden…